zich zijn leven herinnerde als de geschiedenis van zijn lichaam, beschrijft hij in dit boek
de geschiedenis van zijn innerlijk. Hij doet dat aan de hand van zijn confrontaties met de
buitenwereld in de jaren na de oorlog tot aan de woelige jaren zestig.
In diepgevoelde, sensitieve verhalen weet Auster de geluiden, de
geuren en daaraan gekoppelde ervaringen uit zijn jeugd te vangen. Het accent in Bericht vanuit het innerlijk ligt echter vooral bij de vele
beelden die hem als jongen zo raakten (hij was gek op films en tekenfilms). Uiteindelijk
verlaat hij het woord zelfs helemaal en nemen de beelden het over. Beelden die zijn eigen,
individuele ontwikkeling reflecteren maar tevens een tijdsdocument vormen dat velen zullen
herkennen.