Op dinsdagavond zit Jan van Mersbergen in het washok op zolder, provisorisch omgebouwd tot studio. Vanachter zijn laptop geeft hij workshops aan een achttal schrijvers in spe.
In Berichten uit het washok vertelt Van Mersbergen aanstekelijk over die lessen. Hij geeft hij opdrachten aan de deelnemers en haalt voorbeelden uit de wereldliteratuur aan, maar ook uit zijn eigen werk, uit liedteksten, Jip en Janneke, en de gedachte aan een juichende Italiaanse voetballer.
Dit is geen theorieboek. Het is een nieuwsgierige overdenking over proza, met praktische tips. Allemaal vanuit het idee: verbeelden, schrijven en lezen zijn werkwoorden – een actieve bezigheid.
In Berichten uit het washok vertelt Van Mersbergen aanstekelijk over die lessen. Hij geeft hij opdrachten aan de deelnemers en haalt voorbeelden uit de wereldliteratuur aan, maar ook uit zijn eigen werk, uit liedteksten, Jip en Janneke, en de gedachte aan een juichende Italiaanse voetballer.
Dit is geen theorieboek. Het is een nieuwsgierige overdenking over proza, met praktische tips. Allemaal vanuit het idee: verbeelden, schrijven en lezen zijn werkwoorden – een actieve bezigheid.
