Stijn vindt een oude foto en het logboek van zijn overgrootvader, die opa Berkelbonk werd genoemd. Hij was schipper op de Berkel en in zijn berkelzomp vervoerde hij vrachten van Duitsland naar Zutphen en terug. Wat is er die ene donkere nacht met opa gebeurd en waar is zijn schip gebleven? Stijn wil de zaak onderzoeken. Op zijn tocht ontmoet hij Friet. Met deze vriend beleeft hij grootse avonturen en samen doen ze een verrassende ontdekking¿ ¿Dit boekje lag onderin de doos.¿ Stijn slaat het open. ¿Hier staan vrachten van opa Berkelbonk in. Er staat rogge en graan en¿¿ ¿Heeft opa Berkelbonk jenever gesmokkeld?¿ vraagt Stijn. ¿Opa heeft er nooit iets over willen zeggen.¿ De stem van Marja klinkt een beetje verdrietig. ¿Spreken is zilver, zwijgen is goud¿, zei hij als we ernaar vroegen. ¿Dus niemand weet of opa Berkelbonk in Zutphen is aangekomen?¿ vraagt Friet. Stijn knikt. ¿Niemand weet waar het schip gebleven is. En opa is in de gevangenis terecht gekomen, waarom weet ook niemand.¿