Less is more. Dat adagium is aan Delphine Lecompte niet besteed. De kern van haar schrijverschap is de overdaad – tevens haar hoofdzonde. Waar die bij anderen schaadt, is ze voor de schrijver-dichteres bij uitstek het middel om de wereld te bedwingen. Begin dit jaar verblufte Lecompte iedereen met Beschermvrouwe van de verschoppelingen, haar veelbesproken, nietsontziende prozadebuut. Daarin legde ze beurtelings zichzelf, haar dierbaren en haar vijanden op de pijnbank en hield ze feilloos de grootste moraalridders een spiegel voor die toonde dat hun luide geroep diep wortelt in hypocrisie. Nu komt ze met de opvolger, deel II, waarin de waanzin andermaal welig tiert en dat naar eigen zeggen dubbel zo goed is. Dat belooft wat.