Van de man die nooit het woord 'ik' gebruikt, of 'mijn'. Die met de novelle Zwarte en groene en de roman De horizontale stand (Douane) zoiets schreef als de autobiografie van iedereen, met name van alle lezers die zich de onbenoemde 'ik' weten.
In deze stilistische krachttoer - alle eigennamen worden vermeden - probeert de schrijver verliefd te worden op 'een stad met een andere letter', waar hij twaalf maal heen reist, een jaar lang, elke maan. Een stad waarin 'een beroemde Russische schrijver' jarenlang woonde en de meeste van zijn korte verhalen schreef, een schrijver van wie de meesterlijke roman ook door Douane is uitgegeven (De stad N) ... Of de liefde lukt?