In Bestaan als verleiding, de vertaling van La Tentation d'exister (1956), vormt Cioran in een reeks beschouwingen zijn levensfilosofie van de banneling, de eeuwige buitenstaander. De verscheurdheid van zijn eigen ballingschap, heen en weer slingerend tussen depressie en extase, tussen razernij en berusting, tussen spleen en ideaal, tracht hij te bezweren in een zoektocht naar de mystiek. De mystieke ervaring, verheven boven tijd en geschiedenis, beschouwt Cioran als het hoogste dat de mens kan bereiken.
Cioran - deze 'literaire satyr' zoals hij is genoemd - hanteert de filosofie als fragment, als explosie, hij is de ideale essayist. Als een ware erfgenaam van Nietzsche provoceert hij op de grens van goed en kwaad, eigenzinnig en persoonlijk, onbarmhartig en vitaal. Hij is een adembenemend stilist, die met behulp van paradox en omkering de lezer voortdurend prikkelt: 'we moeten leren te denken tegen onze twijfels en zekerheden'.
De vertaling van Maarten van Buuren is in stijl: exuberant, pregnant, bijtend en weemoedig.
De vormgever, Felix Janssens, is voor het omslag van Bestaan als verleiding bekroond voor het best verzorgde boek 2001.
Bestaan als verleiding is het eerste deel in de serie Beschouwelijk werk.