Elias woont met zijn ouders in een welgestelde wijk. Als hij een verstandelijk beperkt broertje krijgt, veranderen de toch al moeizame verhoudingen binnen het gezin. Zijn vader wordt steeds gewelddadiger en zijn moeder is niet bij machte om hem en zijn broertje te beschermen. Elias kruipt meer en meer in een ouderrol. Hij neemt de zorg voor zijn broer op zich, bekommert zich om het welzijn van zijn moeder en is iedere dag bezig zijn vader te behagen.
Buitenshuis houdt hij de schijn van een gelukkig gezin op. Hij vindt zijn toevlucht een paar straten verderop, in het houten huis van een ouder echtpaar. Er ontstaat een band tussen hem en Eva, aan wie hij zijn thuissituatie toevertrouwt. Haar huis wordt zijn droomland, dé plek waar hij hoopt voor altijd te blijven. Als op een dag de kinderbescherming bij het gezin op de stoep staat blijkt alles waar Elias zijn hoop op had gevestigd een illusie.