Maar in het voorjaar van 2020 was reizen plots onmogelijk. In plaats van het vliegtuig pakte Nelson de fiets en reed hij langs vissersdorpen, polderlandschappen en vestingstadjes. Hij ontdekte de traditionele Nederlandse dracht en realiseerde zich dat die eigenlijk net zo bijzonder is als de culturele uitingen van de Papoea’s of Maasai.
Nelson greep de pandemie aan om Nederland in beeld te brengen zoals dat niet eerder gedaan is. In zijn nieuwe boek Between the Sea and the Sky portretteert hij twintig gemeenschappen in dracht en de omgeving die hen gevormd heeft – van het Zeeuwse Axel tot het Friese Hindeloopen en van Katwijk tot Rijssen. Het boek toont een deel van de Nederlandse identiteit die bijna verdwenen en vergeten is.
Als onderdompeling in de cultuur van zijn geadopteerde vaderland is Between the Sea and the Sky bovendien Jimmy Nelsons meest persoonlijke boek tot nu toe.