In een Mechelse flat wordt in een badkuip een vrouwenlichaam gevonden. In het bad is opvallend weinig bloed aanwezig, wat erop zou wijzen dat het slachtoffer post mortem in de kuip is gelegd. De autopsie brengt aan het licht dat het lijk eerst ingevroren is geweest. Bovendien blijkt na intensief speurwerk dat er zelfs sprake zou kunnen zijn van een persoonsverwisseling. Op dat ogenblik raken de speurders Jos Bosmans en Dirk Deleu het spoor helemaal bijster. Van één ding zijn ze zeker: deze moordenaar, die het op alleenstaande, rijke vrouwen heeft gemunt, zal niet ophouden met moorden. Nooit. Tijdens hun zoektocht komen Bosmans en Deleu in een spiraal van waanzin en geweld terecht. In de garage van een dure callgirl treft de politie het lichaam aan van een aangebrand francofoon politicus. Overleden aan een hartstilstand? Of door dezelfde dader uit de weg geruimd?