Maar eenmaal per eeuw vriest de Bodensee dicht tot één grote ijsvlakte. De omwonenden gebruiken daarvoor het woord 'seegfrörne', het bevroren meer. Wanneer een schrijver in een Duits oeverplaatsje archiefonderzoek doet voor een boek over het meer, stuit hij op een mysterieus drama dat zich tijdens de laatste seegfrörne afspeelde: in 1963 is er een jongen het ijs opgegaan en nooit meer teruggekomen. Wat is er met hem gebeurd? Is hij op een losgeslagen schots weggedreven en verdronken, heeft hij zelfmoord gepleegd of heeft hij het kruiende ijs gebruikt om heimelijk weg te komen uit het dorp? Tegen de achtergrond van plaatselijke mythen ('De rit over de Bodensee') komt de chroniqueur tot het vermoeden dat er iets voor hem verborgen wordt gehouden.