Samen met zijn moeder, drie zussen en zijn jongste broertje Emil werd hij vanuit zijn geboorteplaats Nové-Zamky (toen Ersekujvar) gedeporteerd naar het vernietingskamp Auschwitz (Oswiecim) in Polen. Hun reis duurde drie dagen en drie nachten.
Bij zijn deportatie was hij veertien jaar. Een jaar later, tijdens een dodenmars, werd hij toevallig door het Amerikaanse leger bevrijd. Toen pas zou hij beseffen wat de Naziterreur had aangericht. De helft van zijn familie werd uitgeroeid. Na een lange periode van stilzwijgen vond hij eindelijk de moed om over zijn gevangenisperiode te praten, ook met zijn naaste fa-milieleden. Dovs getuigenis werd een eerste keer uitgegeven in 2001, voor jongeren. De periode die hij als jongen doorbracht in de kampen liet hem echter niet los. Hij bleef zoeken naar zijn moeder en zijn broertje, maar ook naar mensen die met hem in de kampen Auschwitz-Birkenau, Gleiwitz en Flossenburg waren geweest. Bij een herdenking in Duitsland ontmoette hij voor de allereerste keer een medegevangene die drie plaatsen verder stond op de Appelplatz. Eindelijk konden zij elkaar in de armen sluiten.
Ondertussen zijn er tien jaren verstreken sinds het verschijnen van de eerste versie van Bewaar altijd een stukje brood. Aan de herwerkte versie werden gegevens toegevoegd. Dov hield ondertussen honderden lezingen in scholen en gespecialiseerde verenigingen. Bewaar altijd een stukje brood blijft een uniek getuigenisdocument over een periode in de geschiedenis die nooit mag worden vergeten.
De schrijfster verwerkte de herinneringen van Dov Nasch aan de gruwelijkste tijd uit zijn leven in een gevoelig boek.