In de duinen van IJmuiden wordt het skelet van een grote man opgegraven. Een kogelgat in zijn schedel wijst in de richting van een misdaad. De grote onbekende laat Onno Braks, journalist van de plaatselijke krant, niet los. Zijn speurtocht brengt hem naar het IJmuiden en Amsterdam van begin jaren zeventig, de tijd dat Italiaanse gastarbeiders op schepen in het Noordzeekanaal woonden en Amsterdam op het strand van IJmuiden een immense voorhaven wilde aanleggen.
Onno begint in een verleden te spitten dat ook zijn verleden is. Hij stuit op een onmogelijke liefde tussen een IJmuidens meisje en een jonge Sardiniër, op een speculant die ooit actie voerde tegen de voorhaven en op een drugsbaron die zijn loopbaan startte met een van de eerste coffeeshops in Amsterdam. Onno merkt al snel dat niet iedereen er belang bij heeft dat het verleden wordt opgerakeld...