"Bewogen tijd" gaat naast menselijke verhalen in op een stuk of zes thema's die met mobiliteit te maken hebben: de boerentram, pendelverkeer/migratie, religieuze mobiliteit (zeg maar bedevaarten), geplande en 'organische' of levende wegen en het curieuze thema homo mobilis. Daarin duiken een paar baanbrekers op, zoals de bedenker van een binnenvaartschip voor het kanaal Brussel-Charleroi, de dokter die in Drogenbos met de eerste auto reed, de vindingrijke Pajotse boerkozen en natuurlijk de fameuze Sus Barbé! Kenners van de regio weten natuurlijk dat hij de wagenmaker was die er met een lepe truc in slaagde te achterhalen hoeveel de Dikke van Pamel precies woog. Maar in dit boek gaat het over zijn geestdrift voor de in zijn tijd revolutionaire vélocipède. Die zag hij op een tentoonstelling en stiekem nam hij de maten met een touwtje en wat krijt, om thuis in zijn wagenmakerij een exacte kopie van het vehikel te bouwen.