Peter Terrin demonstreert in dit nieuwe boek wat hij in zijn mars heeft, en dat is niet weinig. Geïnspireerd door grote voorbeelden als Camus, Hermans en Kafka laat hij zien waar zijn eigen kracht ligt: de verbeelding van de werkelijkheid zoals die eruitziet achter de façades van alledag. En daarbij toont hij zich, zoals een ervaren criticus het uitdrukt, 'een meester van het onheilspellende detail', die 'met droge en precieze impressies [ ] de lezer de stuipen op het lijf' jaagt.