Ze gaan in groep de hoek om. Stuur aan stuur, wiel aan wiel. Let op. Let op. Er kan een steen op de weg liggen. Of los zand. Of een koe die zomaar de straat over gaat. Bert Boter steekt zijn hand op. Heeft hij een lekke band? Zo vroeg in de wedstrijd? O nee, Bert wijst naar het plein. Naar de kermis op het plein. Naar de rups en de kraam met eendjes. Waarom doet hij dat? Huh. De renners kijken naar elkaar. JA ZEG. NEE ZEG! Het is hier koers, geen kermis. Eén keer op de molen? Snel? Mag dat? Het is nog maar het eerste rondje. Waarom niet? Tja, waarom niet! Wat een pret. Wat een lol. Met zijn allen op de molen. Elke renner op zijn eigen paard.