Twaalf maanden lang observeert ze het veranderende landschap met de precisie van een bioloog en in de lyrische taal van een dichter. Johnson, die haar naam op zeer jonge leeftijd vestigde als romanschrijver, stond in haar latere jaren vooral bekend als natuurschrijver en voorvechter van burgerrechten. In Binneneiland doorspekt ze haar verwondering over de natuur met diepgaande overpeinzingen over thema’s die nu urgenter dan ooit zijn, zoals raciale ongelijkheid, de zinloosheid van oorlog, verstedelijking en milieuvervuiling.