Wanneer haar moeder ernstig ziek wordt, keert Antjie Krog na een jaar afwezigheid terug naar haar geboorteplek in de provincie Vrijstaat. Dieper dan ooit voelt Krog zich verbonden met de vrouw die haar het leven gaf, en met haar wortels. Desondanks lijken moeder en dochter, beide schrijvers, soms als dag en nacht te verschillen. In ontroerende briefwisselingen dagen de twee elkaar uit om hun situatie en leefwereld te begrijpen. En zo blijkt dat de geschiedenis van hun moederland misschien wel de belangrijkste factor is die hun leven bepaalt.