Bislett is gevuld met de mooiste schaatsverhalen van de beste Nederlandse schaatsschrijvers. We stuurden een mailtje, vroegen of ze wilden meewerken en zonder uitzondering zeiden ze: ja, heel graag. De schaatsliefde zit diep, in dit land. Thialf is een nationale tempel, het traject van de Elfstedentocht is de gedroomde bloedsomloop van dit land en alleen bij ons betekent marathon meer dan 42 kilometer hardlopen. Er zijn mensen die beweren dat je mooie verhalen kunt schrijven over voetbal, over wielrennen of over boksen – lyrische sporten. Maar schaatsen? Zitten daar ook verhalen in? Hier is het antwoord. Natuurlijk zitten er eindeloos veel verhalen in het schaatsen – bestaat er een sport waarin Nederlandse romantiek sterker is verbonden met de literaire kracht en het drama van de pure topsport?
In dit eerste nummer van Bislett reisde Wybren de Boer naar Bislett – dat idee lag voor de hand. Hij kwam terug uit Oslo met een prachtig verhaal over de vergane glorie van de plek waar ooit de hoogmis van het schaatsen werd opgevoerd, met de weemoedige verhalen van wereldkampioenen als Per Ivar Moe en Knut Johanessen. Johan Stobbe vond Piet de Boer, vlakbij de kerk van Jellum, en sprak met hem over de tijd. Nando Boers onderwierp Kjeld Nuis aan een langdurig kruisverhoor, Lisette van der Geest verdiepte zich in de zielenroerselen van Ireen Wüst, Erik Dijkstra keek samen met Henk Angenent en Erik Hulzebosch naar de Elfstedentocht van 1997. Het prachtige verhaal van Frank Snoeks over de cijfermagiër (en geniale meeschrijver!) Johan ‘Slipper’ van den Heuvel bezorgde ons evenveel kippenvel als het onderhoud tussen Tim Overdiek en Monique Velzeboer. Marnix Koolhaas vond parallellen tussen Jaap Eden en zichzelf en Wiep Idzenga zocht het verhaal achter een foto van Dan Jansen. Mart Smeets reisde met Ard Schenk naar Arctische streken en doet verslag. Dat, nog meer én de mooiste schaatsfoto’s van Klaas Jan van der Weij maken deze eerste Bislett tot een nummer waarop we trots zijn.