In Blauwe plekken beschrijft Rob van Schaik de wereld van een politieagent. Een wereld vol ellende en steeds terugkerende problemen, maar ook één vol humor. In korte hoofdstukjes schetst hij een rijk geschakeerd beeld van het politiewerk. De gekte tijdens nachtdiensten, met aanrijdingen, psychisch gestoorden en zelfmoordpogingen. De observatie van criminelen en de technische ondersteuning daarbij. De burenruzies, de poederbrieven en de verlofstuwmeren.
Naast het blauw op straat wordt ook het blauw op kantoor in dit boek belicht. Blauwe plekken laat zien hoe dwingende administratieve processen en de kloof tussen management en werkvolk hun weerslag hebben op het politiewerk, en hoe de Nederlandse politieagent zich staande houdt in de voortdurende cultuuromslagen en veranderingsprocessen van de laatste twintig jaar.