Willem (voor zijn vrienden Willie) Bleeker besluit op een zomerse dag zijn werk en gezin in de steek te laten en vertrekt naar Amsterdam. Hij zoekt er zijn tante Daatje Kippers op en zijn jeugdvriend Gerrie Fontijn, die te midden van enige schilderachtige figuren een wat louche bestaan leidt. Samen met Fontijn belandt hij onder andere op de Zeedijk, waar hij dronken wordt en zich tegen zijn zin door Dikke Annie laat meenemen. Bleekers Amsterdamse avontuur is van korte duur. Uiteindelijk keert hij naar Den Haag en zijn gezin terug.