Nadat Akam en zijn vrienden de Kwade Godin hebben verslagen, verwachten ze dat de rust wederkeert op hun wereld. Niets blijkt minder waar te zijn. Het kwade waart nog altijd rond, dit keer in de gedaante van bleke vreemdelingen die het vermogen hebben om de geest van anderen te beïnvloeden.
Er is altijd hoop. Er is altijd ruimte om tegen welk onrecht dan ook te vechten. Dit verhaal toont hoe dun de scheidslijn is tussen goed en kwaad. Tevens laat het zien dat een volk niet geheel slecht kan zijn. Bedrog, machtswellust of de honger naar bezittingen overwinnen nooit voor eeuwig, onder welke deken van geloof of achtergrond je ze ook verbergt.