WIJ WAREN ER OOK BIJ
Een lyceumklas in oorlogstijd. Peter en Margie, Tom, Hansje, en de anderen. Peters vader is gevangen als gijzelaar. Het lijkt wel of je je gewone schoolleven leidt: je pest leraren, je wordt de klas uitgestuurd en bent verliefd. Maar je ziet meer dan de volwassenen denken. Je ziet dat de Duitsers het overal voor het zeggen hebben. Dat elke daad van verzet met verschrikkelijke wraak wordt beantwoord. Dat mensen op straat worden opgepakt. Dat joodse mensen en kinderen worden weggevoerd naar Duitsland. Naar kampen waar je later de verschrikkelijkste dingen over hoort. ‘s Nachts hoor je de Engelse bommenwerpers, op weg naar Duitsland, op weg naar de bevrijding. Maar de bezetting duurt zo lang: je zou ze willen helpen. Want hier gebeurt niets, of het moest al zijn dat een Engels gevechtsvliegtuig neerstort. Toch brengt dat Peter en de anderen op een idee om zelf ook iets te doen. Als die piloot er nu maar eerst is... Wat eerst een spel was, wordt bittere ernst.
EN WAAROM IK NIET is de vraag van Thijs, die het niet langer neemt dat iedereen hem overal te klein voor vindt. Hij wil bewijzen dat iemand in zijn twaalfde jaar geen kind meer is. Hij weet zich onder de druk van zijn bazige broer uit te werken en pikt zelfs de verboden krantjes uit diens kamer, omdat er op school iets is gebeurd dat hem bang maakt voor huiszoeking. Zo begint een hachelijke tocht door de bezette stad, een tocht vol tragikomische avonturen. Het hoogtepunt is wel de ontmoeting met de Duitse soldaat. En wat doe je met het kleine Joodse meisje in de verlaten straat? Thijs moet wel helpen, of hij wil of niet. De vechtpartij, waarin aan het einde de gemoederen zich ontladen, betekent ook het einde van zijn kindertijd.
DE VADERS EN DE BROERS VAN PUTTEN is het verhaal van een dorp. Een schietpartij buiten Putten. Een aanval op hoge Duitse officieren. Uit woede en wraak steken de Duitsers Putten in brand. De mannen worden bij elkaar gedreven in de kerk; de volgende dag worden ze weggevoerd, naar Duitsland. Zeshonderd vaders, zoons en broers van Putten kwamen nooit terug, ze waren weg, dood, voorgoed verloren. Zo iets moet je wel weten, omdat je pas dan kunt begrijpen wat het betekent om vrij te zijn.