Het moet er maar eens uit: ook ik ben een vogelaar. Niet iets om trots op te zijn. "Als je ooit zó wordt, ga ik bij je weg," dreigde mijn vrouw eens, wijzend naar de tv waarop een vijftiger te zien was met een gezicht als de kop van een kalkoen. Met ringbaardje, kaplaarzen en geblokte wollen trui stond hij door een verrekijker te turen naar een vogel. Ik begrijp haar. In Hoe ik vogels leerde kijken beschrijft JeanPierre Geelen op lichtvoetige en aanstekelijke wijze hoe zijn liefde voor vogels groeide en steeds meer aan betekenis won. Een liefde die pas later in zijn leven ontstond, en alleen maar heviger wordt. Dit boek gaat over vogels, vrouwen en vogelaars, de kunst van het kijken en het ontdekken van het leven. Het bevat ook een korte cursus vogels kijken, onder het motto: wie van vogels kan houden, wordt een rijker mens. Vorig jaar presenteerde RTL het nieuwe tvseizoen aan de pers in een kasteeltje op een landgoed bij Bloemendaal. Iedereen was er: Wendy, Froukje, Robert; sterren die straalden op commando. Van die wereld van plastic is me niets bijgebleven. Onvergetelijk en oneindig veel indrukwekkender waren de twee hemelsblauwe gedaanten die ik buiten glashelder voorbij zag scheren over het water. IJsvogels