Een watervlugge afwisseling van literaire generaties en hun tijdschriften, modes en stromingen, dat is de geschiedenis van de literatuur in Nederland en Vlaanderen tussen 1900 en 1945. Het is de tijd van de opkomst en ondergang van totalitaire ideologieën - die ook hun sporen nalaten in de letteren. Maar allesbepalend zijn de twee wereldoorlogen die de status quo van de negentiende eeuw vernietigen. Vlaamse dichters trekken in de Grote Oorlog ten strijde 'in een geur van bloed en rozen'. Oorlog verandert voorgoed de manier waarop schrijvers en dichters in de Lage Landen in de eerste helft van de vorige eeuw naar de wereld kijken. De literatuur in tijden van oorlog, getekend door collaboratie en verzet, is integraal onderdeel van deze literatuurgeschiedenis in breedbeeld. Die ruime visie bestrijkt verder bijvoorbeeld het verschijnsel moderniteit, hoge én lage literatuur, jazz, literaire journalistiek, film, radio, maar ook de populariteit van vrouwelijke auteurs en koloniale romans. Er staat in Bloed en rozen geen hek om de Nederlandse letteren. Literatoren in Noord en Zuid lieten zich inspireren door vakgenoten uit het buitenland en ook die 'literaire internationale' hoort bij de geschiedenis van de Nederlandse literatuur.