Bloed van anderen is ogenschijnlijk de geschiedenis van een kind uit de gegoede burgerij dat de ouderlijke zekerheid verlaat om zich te engageren met de arbeidersbeweging. Door opvoeding en achtergrond kan hij zich niet losmaken van de intellectuele twijfel aan de juistheid van het 'doel heiligt de middelen' en aan zijn recht anderen op te offeren aan zijn 'heilig ideaal'. Zijn innerlijk conflict wordt verscherpt wanneer eerst bij een demonstratie zijn beste vriend onder politiekogels valt en als later, in de oorlog, zijn ex-vriendin het slachtoffer van een verzetsdaad wordt. Maar bloed van anderen is natuurlijk meer dan de individuele geschiedenis van een twijfelaar, het is in feite De Beauvoirs afrekening met de wankelmoedigheid van de groep Sorbonne-intellectuelen waartoe zij met Jean-Paul Sartre behoorde.