Aurelio Zen wordt overgeplaatst naar Sicilië, iets waar hij al jaren bevreesd voor was. De gruwelijke ontdekking van een niet te identificeren, rottend lichaam in een treinwagon op een verlaten rangeerspoor vormt het begin van zijn moeilijkste en meest gevaarlijke zaak.
Al snel blijkt dat hij al zijn deskundigheid nodig heeft om te overleven in een milieu waar ongeschreven regels met meedogenloos geweld gehandhaafd worden, waar één misstap fataal kan zijn en waar de weg naar de waarheid met bloed besmeurd is.
Tegen de achtergrond van de drieduizend jaar oude stad Catania, in de schaduw van de smeulende Etna, raakt Zen dieper en dieper verstrikt in de klauwen van een herlevende maffia.