Zoekend en tastend baant Caro Van Thuyne zich een weg door nachtmerries en onmacht, door foto’s en spiegels, door sprookjes, mythes en scheppingsverhalen, door taal, pijn, woede en bevrijding. Met Bloedzang heeft ze in haar rijke en zintuiglijke stijl en met haar karakteristieke animisme het verzengende verhaal geschreven van een dochter die haar moeder wil bevrijden om ook zichzelf te kunnen bevrijden.
Caro Van Thuyne (1970) leeft en schrijft in het Houtland achter de Vlaamse kust. In 2018 debuteerde ze met de verhalenbundel Wij, het schuim, die op de shortlist van de Anton Wachter Prijs stond. Haar debuutroman Lijn van wee en wens werd bekroond met De Bronzen Uil 2021.
Over Lijn van wee en wens:
‘Lijn van wee en wens raakt je midscheeps en blijft lang nazinderen.’ Het Nieuwsblad *****
‘Deze roman is een hartverscheurende ingehouden schreeuw.’ Knack
‘Op poëtische en sensuele wijze geeft dit debuut de rauwheid van het bestaan weer. Hier klinkt een nieuwe stem, oud en tegelijkertijd eigentijds in het taalgebruik.’ Juryrapport De Bronzen Uil 2021