Een kunstschilder, geëmigreerd naar Amerika, heeft aan pa Roos een leeg houten kampeerhuisje op de Veluwe verkocht. Pa Roos heeft het al druk genoeg door zijn vrachtbotenrederij, en heeft geen tijd om dat huisje eens goed te bekijken. Dat is een perfect klusje voor Bob, Jan en Arie. Als onze vrienden in een oude, open Packard over een verlaten zandweg rijden, steekt het avontuur weer de kop op. Want midden op die zandweg staan twee kerels bij een Ford die met de achterwielen tot de remtrommels in het mulle zand is vastgedraaid. Zij vragen de jongens om hulp. Maar de weg is smal en het wordt snel donker. Als de Ford niet gauw losraakt, trekt een van de vastzittende heren een pistool en neemt de Packard in beslag. Zij vertrekken overhaast en laten de jongens in de schemering achter met de vastgereden Ford. Die krijgen ze wel los, maar al hun spullen liggen de gestolen wagen. Doorrijden dan maar en proberen die heren te achterhalen. Het wordt al snel nog moeilijker als er een sportvliegtuigje op hen af komt duiken. Het cirkelt over hen heen, werpt een witgeverfde ton naar beneden en verdwijnt...