Zo luidde het levensmotto van de manga-meester Osamu Tezuka (1928-1989), de ongekroonde peetvader van de Japanse graphic novel. Naast tientallen manga-jeugdreeksen, waaronder Astro Boy, schreef en tekende Osamu drie grote literaire reeksen, waarvan Boeddha verreweg de belangrijkste en meest aansprekende is.
In de kern vertelt Tezuka in de Boeddha-reeks het verhaal van de jonge Siddhartha, wiens spirituele pad hem transformeerde tot Boeddha. De uiteenlopende karakters hebben ding gemeen: allemaal getuigen ze van verzet tegen bestaande cultuurpatronen, tegen religieuze en politieke onderdrukking en andere uitwassen van de menselijke natuur.
De som van deze delen levert in Boeddha een gelaagdheid op die inmiddels wereldwijd respect heeft afgedwongen.
Deel 2- Vier ontmoetingen
Onze helden vervolgen hun reisavontuur, op zoek naar een betere wereld, de volmaakt oprechte mens of, ook heel herkenbaar, macht, aanzien en de spreekwoordelijke zak met goud. In dit deel wordt Siddhartha geconfronteerd met groot onrecht in zijn eigen koninkrijk, dat wordt gevoed door zelfzuchtige krijgsheren en schurken zoals de ontaarde krijger Bandaka.
Het tragische lot van zijn dierbaren, de wilde banneling Tatta en Migaila, de heftige vrouwelijke bandiet, dwingt Siddhartha tot het maken van een keuze tussen liefde en lotsbestemming.
'De allermooiste literaire manga ooit.' The New York Times