Boeddha’s beestenboek is een sprankelend boek vol dierenverhalen uit de Jataka. Het zijn voorvallen uit vorige levens van de Boeddha, waarbij hij steeds een ander dier is: bijvoorbeeld een gouden hert, een apenkoning, of een witte olifant. De Boeddha gebruikte de verhalen om de mensen die met hun problemen bij hem kwamen een spiegel voor te houden. De verhalen zijn ontroerend of geestig, realistisch of sprookjesachtig, maar altijd hebben ze een extra dimensie, omdat het in feite levenslessen zijn.