Eén fijnspar in het bos van Paneveggio, Italië. Van die boom maakte Stradivarius zijn veertien beste violen. Vioolbouwers over de hele wereld gebruiken tegenwoordig de modernste technieken om de klank van de zeventiende-eeuwse viool te benaderen, maar toch zweert elke violist nog steeds bij de klassieke violen van Stradivarius. Ligt het aan de lijm die hij gebruikte? Het drogingsproces? Het vernis? Nee, stelt Stefano Mancuso, het geheim zit in het herkennen van die ene perfecte fijnspar in het bos van Paneveggio.
In Bomen van de wereld reist de bioloog van Italië naar Manhattan en van het zuidelijkste puntje van Japan naar Parijs om onderzoek te doen naar bijzondere bomen en planten. Hun verhalen zijn namelijk onlosmakelijk verbonden met die van ons. Want, zo weet Mancuso: ‘Het begint en eindigt allemaal bij planten. Of het nu gaat over het leven op deze planeet of over de klank van een viool, over de toekomst van onze steden of over het oplossen van misdaden: alles begint bij een plant. Elk verhaal begint met een plant.’