Infrastructuur is een belangrijk deel van het Surinaamse cultuurlandschap. Zeker in de kustvlakte is de oorspronkelijke toestand door menselijk ingrijpen drastisch gewijzigd. Overal zijn meer en minder indrukwekkende weg- en waterbouwkundige werken te zien. Of niet meer te zien, want veel is ook weer verdwenen. Suriname ziet er niet meer zo uit als in 1680. Dat komt vooral door de fysieke infrastructuur die sindsdien is aangelegd. De aanleg daarvan is bepalend geweest voor waar mensen nu wonen en werken en hoe ze zich verplaatsen. En eigenlijk ook voor het feit dat het grootste deel van de bewoners er is. Zonder plantages waren er geen slaven en contractarbeiders aangevoerd uit Afrika en Azië.
Tot nu toe is er geen boek verschenen dat de infrastructuur tot onderwerp heeft. Dat maakt dit boek uniek en niet alleen relevant voor geïnteresseerden in Suriname en Nederland, maar ook voor het technisch, sociaal, geografisch en geschiedkundig onderwijs.
Het boek beschrijft het ontwerp en de aanleg van deze infrastructuur tot 1945: plantages, kanalen, polders, wegen, bruggen, sluizen en spoorlijnen. Daarnaast beschrijft het ook de vele plannen voor wegen, spoorlijnen en kanalen die niet gerealiseerd zijn. Ook wordt aandacht besteed aan personen die een belangrijke rol hebben gespeeld bij het tot stand komen van deze werken en aan de institutionele aspecten: in welke politieke en bestuurlijke context zijn deze werken gerealiseerd?