Inmiddels is Bres meer knuffelbeer dan hooligan.
Aan Jan Dijkgraaf vertelde hij zonder enige reserve over de knokpartijen, de bezetting van de bestuurskamer, een bom op Amsterdam Centraal en hoe zijn eigen vrienden hem uiteindelijk verraadden. Maar ook over zijn leven als crimineel, sportschoolklant, sexclubeigenaar, actievoerder, BN'er en beroeps-Hagenees.
Het is een hilarisch boek waarin Bres zichzelf geen moment spaart en achter die ruwe bolster een enorme blanke pit blijkt schuil te gaan. Met centrale rollen voor 'mijn Corretje' en 'die ouwe'. Ondanks zijn streken, ondanks zijn soms weinig fijnbesnaarde gedachten ga je een beetje van Bres houden.
'Ik vind niet dat ik raar ben. Vind jij dat ik raar ben, Jan?'
Met een voorwoord van Humberto Tan.