Kafka schreef zijn beroemde ‘Brief’ vijf jaar voor zijn dood, toen hij zesendertig was. Dat hij er meer dan particuliere waarde aan hechtte, blijkt uit het feit dat hij er een getypt manuscript van maakte. Toch was de brief wel degelijk voor zijn vader bedoeld, maar Kafka durfde hem niet zelf op te sturen. Hij vroeg zijn moeder de brief door te geven, maar zij weigerde. Het is een uiterst persoonlijk, pijnlijk en aangrijpend document waarin de vadergestalte bijna mythische vormen aanneemt. Geen wonder dat deze ‘casus uit de wereldliteratuur’ in de psychoanalyse in talloze publicaties opduikt.