Twee grote figuren die elkaar bewonderen spreken over elkaars werk en moedigen dat aan. Dat werk vindt plaats op wereldniveau. En zo zien wij, in een altijd elegante en dikwijls badinerende stijl, de grote ontwikkelingen op maatschappelijk, politiek en cultureel gebied aan ons oog voorbijtrekken.
Catharina en Voltaire hebben het over de vorming van het moderne Rusland, de invloed van de ideeën van de Verlichting op de organisatie van het Rijk en de wetgeving, over de wetenschap, de handel, over de troebelen in Polen die uitmonden in de verdeling van dat land tussen Oostenrijk, Rusland en Pruisen. En vooral ook over de strijd tegen de Turken, die in die tijd heersen over landen die ook nu nog in het middelpunt van de politieke belangstelling staan, zoals Roemenië, Bulgarije, Bosnië en Macedonië. Deze correspondentie is geen objectief verslag, maar de getuigenis van twee grote spelers in een drama dat heel Europa aanging.
Hannie Vermeer-Pardoen (1930) studeerde Frans, gaf les en promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam. Voor Van Gennep vertaalde zij onder meer Filosofisch woordenboek, Filosofische vertellingen en Briefwisseling met Frederik de Grote 1736-1778.