In 'Brieven 1870-1875' zijn we getuige van de stormachtige ontwikkeling van ee jonge dichter uit de provincie, die in korte tijd volwassen wordt, niet alleen in literaire zin maar ook in het persoonlijke leven. Dat leven is niet minder aangrijpend dan zijn werk. Jammer is het wel dat de brieven uit de latere tijd, de tijd dat Rimbaud als koopman de tropen onveilig maakte, zo zakelijk zijn. Maar de vroegere brieven, de brieven uit de tijd dat hij als dichter schitterde en als bohémien aanstoot gaf, maken dat meer dan goed. De correspondentie van de jonge Rimbaud is even flitsend als zijn literaire werk. Voortdurend variëren stijl en stemming. Elke nieuwe brief vernietigt als het ware de vorige. De evolutie verloopt zo snel dat de lezer ademloos achterblijft. Tenslotte verdwijnt de dichter als een vliegende Mercurius aan de horizon. Alleen de dubbelzinnige boodschap die hij achterlaat getuigt nog van zijn al te vluchtige genie.