Waar nu de schrijver de zoon en de kleinzoon is van uit Rusland in de periode van de pogroms der jaren tachtig geëmigreerde Joden, die zich in Amsterdam hebben gevestigd, zijn de brieven het verhaal geworden van hun geschiedenis. Niet alleen de geschiedenis van hun wederwaardigheden, maar ook, en veel meer, de weergave van hun reacties daarop en van hun levensopvatting. Zo verschijnt in dit boek onder anderen een aanhanger van het chassidisme in levenden lijve. Aldus is dit boek het relaas geworden van het leven, en vooral van het innerlijk leven, van een generatie die door een uitzonderlijk levenslot was getroffen. Hiermee worden ook de kiemen blootgelegd van de Joodse geschiedenis der laatste decennia.