De in dit boek bijeengebrachte brieven en fragmenten van brieven, in de jaren '40 tot '45 geschreven aan vrienden en kinderen, spreken een taal die ons Werkman doet kennen als een waar kunstenaar, vol van zijn werk, vol ideeën en plannen, gedreven en volhardend bescheiden en toch zelfverzekerd, hartstochtelijk openstaand voor alles wat schoon en waarachtig is.
Hij zelf zal nooit hebben kunnen denken dat zijn brieven, bijna een kwart eeuw na zijn dood, in druk zouden verschijnen, als postuum eerbetoon, óók aan de schrijver die in Werkman leefde.