Rinus Spruit woont weer in zijn ouderlijk huis in Nieuwdorp, Zeeland. Hij werkt in de tuin, drinkt koffie in de keuken met zijn buurman en zorgt voor de katten. Maar nu zijn ouders er niet meer zijn, komen vragen in hem op, is de nieuwsgierigheid naar het verleden groter dan ooit. Hij haalt dozen met oude brieven, foto's en documenten van de zolder en duikt in de fascinerende geschiedenis van zijn familie.
Veel is nieuw en raadselachtig. Wie was zijn overgrootmoeder Catharina? Waarom is zij als jonge dienstmeid vanuit Zeeland naar Antwerpen vertrokken? En wat deden die twee zussen van zijn vader in godsnaam in Amerika? Spruit reist naar verre familie in Vlaanderen en gaat op onderzoek uit.
Wat doet de herinnering met ons? En welke invloed heeft het verleden op het levensgeluk nu? Rinus Spruit maakt in deze persoonlijke roman een balans op. Met zijn geboortegrond als leidmotief.