In een tijd en een wereld die zo complex zijn als de onze, raakt een mens het spoor gemakkelijk bijster. Dat overkomt vele van de personages die in Brommerdagen aan het woord zijn. In nauwgezette maar ook vaak ontregelde monologen ontvouwt zich een wereld die we maar al te goed kennen, die we voor echt verslijten, die we vrezen maar niet kunnen negeren. Met dagen vol luiheid, voordeelbier, brommers en pillen, met meisjes die hun mobieltje bevingeren, en natuurlijk die eeuwige familie, dat huiselijk slagveld: `Meestal namen mijn tantes de middag in beslag/ zongen Adamo uit volle borst/ verlangden achtergrondgelach. Gedichten waarin heden en verleden verstrikt raken en onze eigen angsten, illusies en fantasieën doorklinken. Ja, wij zijn in Brommerdagen aan het woord. Hier wonen wij.