Dit boek focust op de internationale reddingsactie die het bezette land van rantsoenen en uitkeringen voorzag. Het schetst de betrokkenheid van Belgiës grootste zakenbank bij de operatie, volgt politici tijdens hun clandestiene onderhandelingstochten en ontrafelt de talrijke ruzies tussen diplomaten, industriëlen en Amerikaanse filantropen. Hoe slaagden zij erin jarenlang voedsel te verschepen naar België en tot in de kleinste dorpen te verdelen? Sloopte de eerste grootscheepse humanitaire actie ooit de muren tussen het publieke en het private, tussen mannen en vrouwen? Of versterkte de liefdadigheidspolitiek de bestaande ongelijkheid?
Historica Giselle Nath maakt een kritische analyse van het Nationaal Comité voor Hulp en Voeding en de Commission for Relief in Belgium. Ze beschrijft de invloed van de nationale politiek op het dagelijks leven in een klein dorp (Aartrijke) en een industriële grootstad (Gent) in het bezette land. De auteur vervlecht de levens van ondernemers, arbeidskinderen en socialistische huisvrouwen, en zoekt datgene wat dagboekschrijvers niet (wilden) vermelden.
Giselle Nath won met haar eindverhandeling de prestigieuze Vlaamse Scriptieprijs 2011. In 2012 begeleidde ze het publieksproject 14-18 van dichtbij, over oorlog en dagelijks leven. Dit boek is een bewerking van deze eindverhandeling. Momenteel bestudeert ze als aspirant bij het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) consumentenbewegingen na 1945.