Sinds jaar en dag is de hoofdstad van Europa een bolwerk van moslimextremisten. Arthur van Amerongen dook voor Brussel: Eurabia, deel I in 2007 een jaar onder in dit gevreesde milieu: hij ging wonen in de Marollen en schreef zich in aan de Al Khaira-academie in Brussel. Daar studeerde hij islamitische theologie. Iedere dag oefende hij de salat, het gebed, en de woedoe, de rituele reiniging die daaraan voorafgaat. Hij at halal, werd geheelonthouder en was hard op weg een vrome moslim te worden. Alles verliep voorspoedig, tot hij op pijnlijke wijze met zijn verdrongen calvinistische geloofstrauma werd geconfronteerd.
Toen Brussel: Eurabia, deel I uitkwam werd klokkenluider Van Amerongen door de Vlaamse media afgeserveerd als racist, fascist, xenofoob en islamofoob. Desondanks verschenen er zes drukken van het boek en werd Brussel: Eurabia genomineerd voor de AKO-literatuurprijs.