'Café Welling sedert 1901' werd aanvankelijk opgezet om het veertigjarig uitbaterschap van Bas Lubberhuizen te memoreren. Hij nam het café in 1978 over van H.B.G. Welling. Maar de geschiedenis van het café gaat veel verder terug, tot 1901, toen voor het eerst een café of tapperij gevestigd werd in het pand aan de J.W. Brouwersstraat 32 in Amsterdam. En exact honderd jaar geleden, in 1919, werd de eerste inschrijving in de Kamer van Koophandel gedaan.
Een boek van deze omvang, zo werd besloten, moet gaan over het café in al zijn facetten, over de volledige historie, met de nadruk op mensen en gebeurtenissen in de afgelopen veertig jaar.
In meer dan zeventig interviews en achtergrondverhalen wordt een portret geschetst van café Welling in verleden en heden. De uitgebreide kunstcollectie wordt minutieus beschreven en voor het eerst is er een overzicht van de geroemde Wellinguitgaven, een kleine reeks boekjes geschreven en geïllustreerd door medewerkers en klanten.
'Café Welling sedert 1901' is geïllustreerd met meer dan vijfhonderd foto’s van het café, de omgeving en de mensen die het café hebben gemaakt en nog steeds maken tot wat het is: een unieke plek die dankzij de inspanningen van Bas Lubberhuizen met veel liefde als een verstild – maar nog springlevend – monument van vervlogen tijden in stand is gehouden.
Een boek van deze omvang, zo werd besloten, moet gaan over het café in al zijn facetten, over de volledige historie, met de nadruk op mensen en gebeurtenissen in de afgelopen veertig jaar.
In meer dan zeventig interviews en achtergrondverhalen wordt een portret geschetst van café Welling in verleden en heden. De uitgebreide kunstcollectie wordt minutieus beschreven en voor het eerst is er een overzicht van de geroemde Wellinguitgaven, een kleine reeks boekjes geschreven en geïllustreerd door medewerkers en klanten.
'Café Welling sedert 1901' is geïllustreerd met meer dan vijfhonderd foto’s van het café, de omgeving en de mensen die het café hebben gemaakt en nog steeds maken tot wat het is: een unieke plek die dankzij de inspanningen van Bas Lubberhuizen met veel liefde als een verstild – maar nog springlevend – monument van vervlogen tijden in stand is gehouden.