‘Caleidoscoop van de Leiepoëzie’ is een literaire geschiedenis van Deinze en de Leiestreek in negentien hoofdstukken. Het rijkelijk geïllustreerd boek (450 bladzijden) belicht de band die vele schrijvers hebben gehad met het reilen en zeilen van de gouden rivier, haar typische dorpen en de schilderkunst die sinds eeuwen hoogtij viert in de streek. Het boek overspant een periode van honderdzeventig jaar poëzie tussen Gent en Kortrijk, met focus op Deinze, Zulte en Sint-Martens-Latem. Meer dan tien auteurs wijden artikels aan onder meer het thema ‘Leie’ in het dichtwerk van Paul Demets, het Leiedorp Grammene in het oeuvre van Jo Gisekin, Astene in Hugo Claus’ magnum opus ‘Het verdriet van België’, Bachte als artistiek toevluchtsoord voor Richard Minne, het Leielandschap en ecologische kritiek in de gedichten van Roland Jooris en de relatie tussen Leie en stadsvernieuwing in het werk van de drie vorige stadsdichters. Ook stads-en streekdichters avant la lettre zoals Hans Melen, Marnix van Gavere, Basiel De Craene en Albert De Vos krijgen een hoofdstuk in het naslagwerk. De bijdragen werden geschreven door prof. dr. Ludo Simons, prof. dr. Yves T’ Sjoen, Carlos en Karel Alleene, Yvan De Maesschalck, Eddy Vaernewyck, prof. dr. André Goeminne en wijlen Luc Levrau, Maaike Carrette, prof. dr. Luc C. Martens, Peter J.H. Pauwels, Paul Huys en Steven Van de Putte