Drieëntwintig verhalen van Mike Jansen, met bijbehorende illustraties van Gidion van de Swaluw, vol caligo, duisternis die al vanaf de oude tijden de verhalen binnendringt die we elkaar toefluisteren. Diepere speculaties over gebeurtenissen waarover de mens geen controle heeft, maar die wel hun invloed uitoefenen. Verhalen voor mensen die durven geloven dat er nog hoop is, en die sterk genoeg in hun schoenen staan om dat geloof op de proef te stellen.
Een zwarte heuvel van afgedankte kolen en erts torende boven het station uit, een droevige herinnering aan betere tijden.Het voelde alsof iemand ons bekeek, onzichtbare ogen die deze onverwachte indringers bestudeerden en de duisternis om ons heen versterkte dat gevoel alleen maar. ("Waar het spoor ons voert")
Geobsedeerd staarde ik naar een vrouw die zichzelf een uur lang in een spiegel bekeek. Haar lippen vormden cijfers. Haar vingers volgden de lijnen op haar gezicht en ik besefte dat ze haar rimpels telde. ("Van de zee, gedroomd")
"Jansen lijkt gefascineerd door steden, maar ook door het naamloze kwaad en gruwelijke, anonieme monsters. Zijn verhalen hebben een duister tintje, en vallen met name op door de sterke sfeer." (Adinda Verburg, Fantasywereld)