Voor het eerst brengt een boek het uitzonderlijke leven van Camille Claudel in de openbaarheid. Zij was de oudere zus van de schrijver Paul Claudel, en haar was als vrouw en als kunstenares een niet alledaags lot beschoren.
Dat een zeventienjarig meisje, eind 19e eeuw, beeldhouwer wil worden is onvoorstelbaar, zo niet schandalig.
Maar Camille stort zich met hart en ziel in het avontuur, met het enthousiasme, de wilskracht en de verbetenheid die misschien wel haar voornaamste kenmerken waren. Op een dag in 1883 ontmoet ze Auguste Rodin. De meester aanvaardt haar als leerling; weldra wordt hij haar minnaar. Vijftien jaar lang duurt deze hartstochtelijke en stormachtige relatie, waarna Camille uitgeput en verslagen achterblijft...
Ze sterft in 1943 in het gesticht van Montdevergues, na een afschuwelijke internering die dertig jaar geduurd heeft. Ze laat een aanzienlijk oeuvre na dat van een uitzonderlijke kracht en een visionaire oorspronkelijkheid getuigt.