'Canisius' is het spijkerharde verhaal van Petrus, een bastaardkind, verwekt ‘met lust zonder zegen’ op het starre Groningse platteland, voor de Tweede Wereldoorlog. Hij belandt als jongeman in de gevangenis nadat hij een voorman op een boerderij zwaar mishandeld heeft. De oorlog breekt uit, Petrus komt terecht in een nsb-milieu, moet werken voor de nazi’s en vecht tegen de Russen. Deze gruwelijke oorlogsgeschiedenis is gebaseerd op het levensverhaal van een familielid van schrijver Lammert Voos. De auteur laat een alwetende verteller aan het woord die het verhaal van 'Canisius' inbedt in zijn eigen lotgevallen. Honden spelen een belangrijke rol in deze novelle. Misschien vertellen zij het verhaal wel. Ze zijn in elk geval betrouwbaarder dan mensen… 'Canisius' is het tweede deel van een drieluik in wording dat begon met Malterfoske, de novelle die Voos in 2018 afleverde. 'NRC Handelsblad' sprak van ‘rauw, aangrijpend proza, dat leest als een vuistdikke, epische roman(…) die laat zien hoe moeilijk het is te ontsnappen aan het grondsop waar je wieg heeft gestaan.’ 'Malterfoske' benam de lezer de adem. Canisius is zo mogelijk nog confronterender: het slaat de lezer met een honkbalknuppel tegen het hoofd.