In de zomer van 1763 arriveert de beroemde Venetiaanse vrouwenjager en avonturier Giacomo Casanova in Engeland, waar hij een tijdje hoopt uit te rusten van zijn vele reizen en liaisons. Maar het kost hem moeite zijn verlangen naar gezelschap te weerstaan, en als hij de mooie jonge Marie Charpillon ontmoet, wordt het ondraaglijk. Zijn pogingen het meisje te veroveren drijven Casanova tot wanhoop. Korte tijd probeert hij te vluchten in een nieuw leven, eerst als werkman, dan als schrijver, dan als landeigenaar.
Andrew Miller beschrijft een Casanova die heel wat complexer is dan die we uit de legende kennen: een man met charisma, die begint te twijfelen aan de waarde en het doel van zijn leven. Casanova is hier niet de onvermoeibare vrouwenversierder die de ene dame na de andere verovert. Hij is van middelbare leeftijd, niet meer zo aantrekkelijk, en waanzinnig verliefd op de jonge, bloedmooie Marie Charpillon. Een van haar tantes treedt op als koppelaarster, maar het meisje heeft geen zin en weet hem telkens te ontlopen. Hoe meer ze hem misleidt, bedriegt en vernedert, hoe heviger zijn obsessie wordt, tot hij, beseffend dat hij niet meer de oude Casanova is, zelfs probeert een eind aan zijn leven te maken.
Casanova verliefd is een minderende roman, amusant, soms ontroerend, vaak hilarisch. Miller geeft een prachtig beeld van het achttiende-eeuwse Londen, van de louche kringen waarin Casanova verkeert, van de erbarmelijke omstandigheden waaronder velen in die tijd moeten leven en van een decadente samenleving, waarin de waarde van jeugd en schoonheid angstaanjagend eindig is.