Wie neemt vandaag de dag nog de tijd om midden in de stad in een boom te klimmen? Om de vogels te observeren, of om in plassen te spelen na de regen? Om naar de zee te gaan om haar een schelp terug te geven waarvan men niet weet hoe ze bij hem of haar is terechtgekomen? De wandelende man, die we leren kennen door middel van zijn vaak stille en eenzame wandelingen, ontmoet soms een andere wandelaar, met wie hij in stilte het geluk deelt van in het wilde weg rond te wandelen.