Cavia's op proef is een humoristische, licht absurdistische klassieker in de traditie van meestervertellers als Kurt Vonnegut. In deze grondig herziene vertaling van Kees Mercks wordt de lezer geconfronteerd met de bevreemdende werkelijkheid van het communisme in Praag, en de duistere kanten van de menselijke natuur.
Ludvík Vaculík (1926, Brumov) was lid van de communistische partij en werkte op de redactie van de partijkrant. Hij was zijn leven lang een voorstander van de communistische ideologie, maar raakte gedesillusioneerd over de bureaucratische praktijk, waarin menselijkheid en integriteit ondergeschikte waarden bleken te zijn. In 1968 schreef hij Manifest van tweeduizend woorden waarin hij zich uit spreekt tegen de onderdrukking en armoede van de bevolking en de corruptie van macht.
Het werd een hoogtepunt van de Praagse Lente. Eind jaren zeventig was Vaculík een
drijvende kracht achter de samizdat-literatuur; ongecensureerde, ondergrondse literatuur die onder het communisme niet mocht verschijnen. Cavia's op proef werd pas zeven jaar na voltooiing in het Tsjechisch gepubliceerd, maar een Nederlandse vertaling verscheen al drie jaar eerder, in 1974.
'Ik bracht de cavia naar de badkamer. Ik zette hem op de rand van het bad, waar ik lauw water in liet lopen. En reeds begon het in mijn hoofd te suizen! Ik zag hem beven en dacht na of dit wel oorbaar was. Kan dan niet iedereen ieder ander dwingen dood te gaan?'
Vašek werkt bij de Staatsbank in Praag, is gelukkig getrouwd en heeft twee kinderen. Zo begint deze op het eerste gezicht idyllische vertelling. Op zoek naar een geschikt huisdier, neemt hij op aanraden van een collega cavia's in huis. Hij observeert hun gedrag en experimenteert met ze - en blijkt algauw onbewust niet zozeer een gedrags studie van de cavia porcellus neer te pennen, maar de menselijke aard in kaart te brengen. En de mens, die is in staat tot verschrikkelijke dingen...